#Lesgeven op afstand
We kunnen er niet omheen: de coronacrisis heeft een enorme impact op ons leven. Ook in het onderwijs zorgt dit voor de nodige uitdagingen. Tijdens de eerste en tweede lockdown werd de dagelijkse gang naar het klaslokaal vervangen door afstandsonderwijs. Veel tijd om zich hierop voor te bereiden hadden scholen niet. Hoe organiseer je dat met het team, de leerlingen en hun ouders? We vroegen het aan deze leerkrachten.
Deel deze pagina:
#René Rusman
René Rusman geeft les aan groep 4 van openbare basisschool ‘De Optimist’ in Hoofddorp.
De school staat in een gemêleerde wijk met veel expats. Veel kinderen hier hebben het Nederlands als tweede taal. Een uitdaging, maar voor René juist daarom zo interessant.
René geeft dit schooljaar voor het eerst les aan groep 4. “Dat was best spannend, ik heb altijd voor groep 6/7/8 gestaan. Maar dit is ook heel leuk. Ze zijn zo ontvankelijk en willen nog van alles leren”, zegt René.
Trots op het team
Tijdens de eerste lockdown waren ze op de school van René al snel op de rit met het afstandsonderwijs. “We hebben vanaf de eerste week meteen een Google Classroom ingericht en devices uitgedeeld aan kinderen die ze nodig hadden. Ook hebben we in sneltreinvaart instructiefilmpjes voor ouders gemaakt met bijvoorbeeld uitleg over het inloggen. We hebben dat echt samen als team voor elkaar gekregen.” Het maakt René ook trots op de manier waarop zijn school met de situatie is omgegaan. “De digitale vaardigheden van leerkrachten verschillen enorm. Dat hoor ik ook in mijn omgeving. Sommige scholen gaven maar een half uurtje per week online les, terwijl wij twee tot drie keer per dag online waren met de klas.”
Anders kijken naar de lesstof
De aanpak van René en zijn collega’s kreeg ook veel waardering van ouders. “Ik vond het belangrijk om elke week alle ouders één keer gesproken te hebben. Al was het maar vijf minuten. Dat vonden ze heel fijn”, geeft René aan. “Ouders hebben door het thuisonderwijs een veel beter beeld van wat hun kinderen leren. Dat zorgde soms wel voor interessante situaties. Bijvoorbeeld als ik ze uitdaagde om traditionele leervormen los te laten. Is er een les over de verschillende maten? Ga er dan op uit met je kinderen en laat ze opmeten wat ze tegen komen. Zo leren ze ook wat het verschil tussen een meter of een centimeter is. Dat hoeft echt niet per se uit een boek.”
Wijzer door de lockdown
Sowieso pleit René voor het loslaten van oude methodes en het volgen van een vast stramien. “Daarmee zet je de leerlingen niet centraal. Veel belangrijker is om te kijken naar wat ze al weten en waar juist meer aandacht nodig is. En dus niet blindelings te volgen wat een methode voorschrijft.” Als beide lockdowns iets hebben bewezen dan is het voor René wel dat de meeste kinderen juist veel wijzer zijn geworden. “Misschien niet op de traditionele manier, maar wel door dingen zelf uit zoeken. En dat is mogelijk waardevoller dan het voorkomen van leerachterstanden. Die er volgens mij ook helemaal niet zijn.”
#Marieke en Mariëlle
Marieke en Mariëlle geven les aan groep 5 en 7 van basisschool ‘de Ouverture’ in Naaldwijk. Marieke aan de middenbouw, Mariëlle de bovenbouw. Samen blikken zij terug op een bijzondere periode in hun carrière als leerkracht.
Die schoolcarrière is voor Marieke nog niet zo lang. Mariëlle daarentegen zit al ruim 27 jaar in het vak. Ervaring met het online lesgeven hadden ze geen van beiden. “Ik kon wel huilen tijdens de eerste lockdown, ik wist niet wat er gebeurde”, zegt Mariëlle. Dat beaamt Marieke en ze voegt toe dat ze ook de dynamiek onder de leerkrachten zag veranderen. “Iedereen ging anders met de situatie om en dat leidde tot verschillende inzichten. Wel vonden we allemaal dat de focus moest liggen bij het contact houden met de kinderen. Daarom hebben we tijdens die eerste periode geen online lessen met nieuwe stof gegeven, maar planden we drie keer per week anderhalf uur in om gewoon te kijken hoe het met iedereen ging. En te herhalen met bekende lesstof.”
Digitale vaardigheden
De tweede lockdown zag er gelukkig heel anders uit. Alle leerkrachten, jong en oud, hadden inmiddels een enorme sprong gemaakt in digitale vaardigheden. “Iedereen hielp elkaar en deelde tips. Dat zorgde voor een gevoel van saamhorigheid”, zegt Mariëlle. De school besloot daarom hele dagen online les te geven. Voor de jongere kinderen in de middenbouw was er van 09.00 tot 11.30 uur les, met in de middag ruimte voor vragen en persoonlijke gesprekken. “We hebben met collega’s geoefend in de klas. Qua voorbereiding betekende dat nogal wat. We moesten goed van te voren bedenken waar alles digitaal te vinden was. Of hoe we online om moesten gaan met vragen, zodat niet iedereen door elkaar heen zou praten. En natuurlijk moest ook rekening gehouden worden met wie er meeluistert thuis. Je wilt het gewoon goed doen.”
De hond uitlaten
Marieke en Mariëlle hebben geprobeerd hun online lessen zo interactief mogelijk te maken. Soms sloten ze de dag luchtig af met een ‘ren je rot-spel’, waarbij de kinderen in huis op zoek moesten naar verschillende objecten. Ook vonden ze het belangrijk dat een les dezelfde structuur had als in de klas. “We hielden op gezette tijden pauzes”, zegt Marieke. “En daarbij ging er gewoon een timer aan. Want het kwam wel eens voor dat een leerling te laat terug was en zei: sorry juf, we waren de hond nog even uitlaten. Ze namen het niet allemaal zo nauw met klokkijken.”
Knap gedaan
In de basis zijn zowel Marieke als Mariëlle het erover eens dat hun leerlingen het onwijs knap hebben gedaan tijdens beide lockdowns. “In groep 7 vonden sommige kinderen het juist heerlijk thuis. Bij hen zien we een enorme groei”, geeft Mariëlle aan. “Bij anderen was de thuissituatie juist zodanig dat deze kinderen ernaar verlangden weer naar school te mogen. Uiteindelijk zijn ze allemaal blij hun klasgenootjes weer te zien.”
#Henry Solle
Henry Solle geeft les aan groep 6 en 7 van basisschool ‘de Reinbôge’ in Twijzelerheide (Friesland).
Voor Henry, die nu ruim zeven jaar voor de klas staat, was het thuisonderwijs uiteraard even wennen. Toch duurde het niet lang voordat hij zijn draai had gevonden. “Tijdens de eerste lockdown was ik eigenlijk wel blij om vanuit huis te werken. Er was veel onzekerheid over het virus.” Dat merkte hij ook bij zijn leerlingen. “Die vonden het in het begin ook wel prima. Hun eerste gedacht was: yeah, vakantie! Daar kwamen ze snel op terug.”
Omschakelen
De school van Henry stond, net als veel andere scholen, voor een aantal flinke uitdagingen door de plotselinge sluiting. “We hadden tijdens de eerste lockdown nog geen devices. Daarom deden we een beroep op ouders om zelf voor tablets en laptops te zorgen. Op dat moment dachten we nog dat de lockdown maar twee weken zou duren. Het plan was dan ook om in die weken vooral lesstof te herhalen. Naarmate we steeds langer dicht bleven, moesten we omschakelen en een ander lesprogramma bedenken.”
Combinatie van ‘live’ en vooraf opgenomen
Het was voor Henry en zijn collega’s even uitzoeken hoe het onderwijs dan vorm moest krijgen, maar na een week of vier was iedereen zo goed als op de rit. “We hebben gekozen voor een combinatie van ‘live’ lessen en vooraf opgenomen filmpjes, waarin we nieuwe lesstof zo goed als mogelijk probeerden uit te leggen. Het viel niet altijd mee om direct de kern van de les te pakken. Online werd dat wel afgedwongen.”
Toetsen via Kahoot
Terugkijkend is Henry over de inzet van zijn leerlingen erg te spreken. “Ze moesten in korte tijd enorm zelfstandig worden. Zomaar een vraag stellen tijdens een normale les kon niet meer. Dat betekende dus even wachten op een inbelmoment of het zelf uitvogelen. Dat ging over het algemeen goed.” Wel werd het verschil in niveaus door het afstandsonderwijs extra zichtbaar, geeft Henry aan. “Ik heb wel eens een toets afgenomen via Kahoot. De snelle leerlingen vonden dat natuurlijk prachtig, vanwege het spelelement en de tijdsdruk. Voor andere kinderen ging dat toch echt te snel. Die hebben gewoon wat meer tijd nodig om de vraag goed te lezen en na te denken over het antwoord.”
Nieuwe beginsituatie
Voor achterstanden is Henry niet zo bang. “Ik zie het eerder als een nieuwe beginsituatie waar we met z’n allen in zitten. Natuurlijk hebben we sommige dingen niet kunnen doen, maar die pakken we wel weer op. De focus moet nu op de leerlingen liggen. Kinderen maken zich zorgen, zijn soms angstig. Ik laat ze liever zien wat er allemaal nog wél kan!”