Terug naar Actueel

#"Ik hoor wel degelijk in het onderwijs, dat heb ik bewezen"

Nieuws

Suzanne staat binnenkort 25 jaar voor de klas als kleuterjuf. Met veel plezier en voldoening. Ze denkt dan ook nog lang niet over stoppen. Maar dat was een tijdje geleden wel anders. Het is aan haar eigen motivatie en goede ondersteuning te danken dat ze nog in het onderwijs werkt. Waarom ging het mis? En hoe kunnen we dat voorkomen?

Deel deze pagina:

vrouw die zit aan bureau die hand op haar hoofd legt.

De start van een carrière

Na een studie ontwikkelingspsychologie rondde Suzanne op haar 28e de Pabo af. Haar eerste baan was in groep 4, hoewel ze merkte dat haar hart eigenlijk bij de kleuters lag. De eerste jaren verliepen goed; ze werd moeder en ging op een andere school werken, waar ze het naar haar zin had voor de kleuterklas.

Zonder overleg

Op een bepaald moment werden er allerlei veranderingen op school doorgevoerd waar Suzanne niet helemaal achter stond. “Daarover werd niet overlegd,” vertelt Suzanne. “We moesten precies doen wat bedacht was, ook al was ik ervan overtuigd dat dit niet de beste manier was voor mijn kleuterklas. Dat was lastig.” 

Twijfelen aan jezelf

Ze kon zich inhoudelijk niet in de nieuwe situatie vinden. Ze gaf het op en is met een vaststellingsovereenkomst weggegaan. Daarin stond echter letterlijk als reden voor ontslag dat ze niet geschikt was als leerkracht. “Dat had een enorm impact! Ik voelde me afgeserveerd en ging heel erg aan mezelf twijfelen. Terwijl ik gewoon niet in het straatje van die school paste. Het heeft veel tijd en moeite gekost om daar overheen te komen.”

Zoeken naar een nieuwe weg

Gelukkig keerde ze toch terug als invalkracht bij verschillende scholen. Maar toen ze zonder ervaring en begeleiding voor een groep 3 moest gaan staan met 34 kinderen, viel ze uit.

“Dat had er ook mee te maken dat ik weinig steun voelde van de toenmalige directeur. Bovendien werd ik abrupt en zonder overleg op een andere locatie geplaatst. Ik mocht een dag meekijken, maar niemand wist dat ik kwam.” 

Volwaardige leerkracht?

Met hulp van een coach en de bedrijfsarts kon Suzanne weer re-integreren op een andere school binnen hetzelfde bestuur. Nu wel met de nodige ondersteuning. Maar ze moest toch een dag in de week groep 6 doen. “Dat hoorde zo, anders was je geen volwaardige leerkracht. Tja. Maar ik ben gewoon geen bovenbouwjuf. In groep 6 was ik aan het overleven. Dat gebeurt dus als je voor een klas staat die niet bij je past.” 

Een echte kleuterjuf

Uiteindelijk zijn er met alle leerkrachten goede gesprekken gevoerd over wat goed en fout ging. “Er werd geluisterd en we konden betere afspraken maken met de leiding. Ik ben er nu van overtuigd dat ik echt in het onderwijs hoor,” lacht ze, “maar dan wel op de kleutergroep.”

Goede match

Inmiddels werkt Suzanne op een andere school die bij haar past, wat betreft sfeer en organisatiecultuur. Ze heeft gezocht naar een goede match en de school zelf uitgekozen. “Mijn expertise wordt op waarde geschat. Er wordt naar me geluisterd en ik word gewaardeerd.”

Hoe behouden we mensen voor het onderwijs?

  • Duidelijke communicatie is essentieel. Leg goed uit waarom iets belangrijk is voor de klas, de school en de medewerker.
  • Zorg ervoor dat mensen op de juiste plek zitten op een school. Jobcoaching en jobcrafting kunnen hierbij goede hulpmiddelen zijn.
  • Laat mensen op tijd weten waar ze aan toe zijn, zodat ze de tijd en ruimte hebben om na te denken over wat ze willen.
  • Positieve coaching. Focus niet op wat niet goed gaat, maar juist op wat wel goed gaat.
Print deze pagina